Op onze recente studiedag in Brussel kwamen veel vragen naar boven over het praktisch toepassen van de 3+30+300-regel.
Een vraag die heel regelmatig terugkwam, was deze: “Is ongeveer 3+30+300 ook goed, of moeten we er overal vol voor gaan?”
Alvast het korte antwoord: ongeveer is ook goed.
Gebruik de regel voor prioriteiten
Je hoeft de 3+30+300-regel niet als een absoluut en dwingend gegeven te beschouwen. De regel is wel bijzonder handig om prioriteiten te stellen.
Als er slechts middelen zijn om twee stadswijken aan te pakken, kies dan voor die wijken met een lagere score, vooral op de component “30”. Een stijging richting “30” zorgt voor de grootste positieve invloed op het welzijn en de gezondheid van de bewoners.
Hou daarbij zeker ook rekening met andere elementen, zoals gevoeligheid voor wateroverlast, potentiële hittestress, het speelruimtebeleid en de socio-economische status van een wijk.
De kathedraal afbreken?
In sommige wijken zal het niet haalbaar zijn om een topscore te behalen. Zeker in steden met een oude kern is de bebouwing zo compact dat alleen drastische afbraakwerken een oplossing zouden kunnen bieden. We zijn een enorme fan van bomen, maar om nu werkelijk de kathedraal te vervangen door een stadsbos…
Kies in historische wijken met smalle straatjes voor een aantal strategische geplaatste bomen die oud en groot mogen worden en ga voorts volop voor verticaal groen. Geveltuinen helpen je 3+30+300-score niet echt vooruit, maar zijn toch deels evenwaardig.
Heb je vragen, wil je ervaringen uitwisselen of wil je met 3+30+300 aan de slag in jouw stad of gemeente? Neem gerust contact op.
3+30+300 in het kort
De 3+30+300-regel is een steeds meer gebruikte internationale graadmeter, ontwikkeld door de Nederlandse professor Cecil Konijnendijk. Het moet beleidsmakers helpen om de leefbaarheid in verstedelijkte gebieden te verbeteren. Samengevat houdt deze regel in dat er drie bomen zichtbaar moeten zijn vanuit elk pand, dat er 30% bladerdek aanwezig is en dat er tot slot een park of groene ruimte van minstens een hectare te vinden moet zijn binnen de 300 meter van elk pand.
Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft de 3+30+300-regel aangenomen als leidend principe voor de inrichting van het landschap.
