In 2017 sloegen 44 Limburgse gemeenten de handen in elkaar om de welvaart, het welzijn en de levenskwaliteit van de Limburgers te bevorderen. Onder de paraplu van s-LIM en met de steun van provincie Limburg worden ze samen de grootste slimme regio in heel Europa.

Elke stad of gemeente die een smart city wil worden, heeft te kampen met gelijkaardige hindernissen. Om tot duurzame maatschappelijke oplossingen te komen, is het logischer en efficiënter om met anderen samen te werken. Dat is des te meer het geval voor Limburg, waar men historisch gezien een actievere samenwerking kent dan in andere regio’s omwille van de vele, kleinere gemeenten. Er is namelijk geen grote metropool die toch altijd wat meer middelen voorhanden heeft dan een kleine stad of gemeente en een soort aanzuigeffect creëert. Limburgse gemeenten zijn dus meer op zichzelf en elkaar aangewezen, waardoor ze automatisch meer op elkaar leunen en een grotere bereidheid om samen te werken tonen.

Vele handen maken licht en gestandaardiseerd werk
Uitgaande van de Limburgse behoeften, wil s-LIM met technologische en softwarematige toepassingen twee uitdagingen aankaarten: schaalvergroting en uniformiteit. Door de krachten te bundelen, kunnen de gemeenten professioneler en efficiënter aan de slag. “Zaken zoals een sluitend GDPR-beleid uitstippelen, lastenboeken opmaken, opdrachten toewijzen, daar kruipt veel tijd en geld in. Door zulke uitdagingen doelgericht aan te pakken en voor alle partijen beschikbaar te maken, vermijden we dat elke gemeente telkens opnieuw hieraan tijd en geld moet besteden, maar ook dat er op regionaal niveau gemeenschappelijke doelstellingen kunnen worden gerealiseerd.” vertelt Jan Neyens, directeur bij s-LIM.

De resultaatgerichte aanpak van s-LIM levert ook meer mogelijkheden om slimme technologieën te standaardiseren en met elkaar te laten samenwerken. De steden en gemeenten kunnen een beroep doen op dezelfde soort luchtkwaliteitssensoren, verkeerssensoren, camerasystemen, enzovoort. waarvan alle data gecentraliseerd terecht komen op het myCSN-platform. Dankzij de datahub kunnen ze eenvoudig gegevens uitwisselen met elkaar en met de systemen van andere technologiebeheerders zoals Fluvius, en Limburg.net. In plaats van elke gemeente met haar eigen systeempje, met versnipperde en ongelijksoortige data als gevolg, is er nu uniformiteit. De steden en gemeenten kunnen zo sneller en op een meer betaalbare manier smart city-toepassingen introduceren.

s-Lim

“Steden en gemeenten kunnen een beroep doen op dezelfde soort luchtkwaliteitssensoren, verkeerssensoren, camerasystemen, enzovoort. waarvan alle data gecentraliseerd terecht komen op het myCSN-platform.”

 

Zelf aan de slag
“Het landschap van de Limburgse actoren is heel homogeen: er is bijvoorbeeld een afvalintercommunale en een distributienetbeheerder. Dat maakt het wat gemakkelijker om tot een succesvolle samenwerking te komen.”, legt Jan Neyens uit. “Het blijft toch altijd een uitdaging, want elke gemeente en elke actor blijft autonoom en maakt zelf haar beslissingen. Zorg dus voor gelijkgezinde gemeenten met voldoende beschikbare middelen en stimuleer de samenwerking tussen alle actoren. Durven investeren in de basisstructuur van IoT-systemen is de eerste stap, de gemeenschappelijke doelstellingen definiëren is minstens even belangrijk.”

In Limburg organiseerde s-LIM focusgroepen waarbij gemeentes samen met het provinciebestuur, onderzoeksinstellingen en industrie nadenken om het toekomstbeeld van 2030 te bepalen en te realiseren. CO2-uitstoot reduceren, sluikstorten en vandalisme verminderen, mobiliteit optimaliseren, toerisme aanzwengelen, veiligheidsgevoel verbeteren, ze staan allemaal op het lijstje. Door samenwerking kunnen de kleine Limburgse gemeenten die grote, ambitieuze doelstellingen verwezenlijken. Daar kunnen we allemaal van bijleren, in de rest van Vlaanderen, België en zelfs Europa.

Bitnami