Naar aanleiding van Belfius Smart Belgium Awards, spraken we met John Baekelmans die bij imec verantwoordelijk is voor alle smart city-projecten en het beleid ter zake. Omdat we zijn visie interessant vinden en bovendien helemaal onderschrijven, willen we die graag met u delen. Hierbij een neerslag van ons gesprek.

Wat bedoelt uw organisatie imec met een City of Things?
John Baekelmans: “Als technologische organisatie hechten we bij imec veel belang aan investeringen in nieuwe technologische mogelijkheden. Met een City of Things bedoelen we de internettechnologie die een stad of gemeente gebruikt, zoals allerlei soorten sensoren. De som van al die slimme apparaten is de City of Things. Het is een manier om een stad of gemeente te moderniseren.”

Is dat hetzelfde als een Smart City?
“Neen, voor ons is een Smart City een stad die werkt aan de verbetering van de leefbaarheid. De City of Things is een middel om daarbij te helpen. Een Smart City gaat dus veel verder, want alleen met technologie kom je er niet. Velen hebben lang gedacht dat het voldoende was om er wat technologie tegenaan te gooien, en dat is niet correct. Steden en gemeenten moeten vooral weten wat hun uitdagingen zijn op het vlak van leefbaarheid. We raden hen aan om daarvan een top drie vast te leggen, prioriteiten op lange termijn te kiezen en daar meetbare doelen tegenover te stellen. Dan kan men kijken hoe men die doelen gaat verwezenlijken. Meestal komt er technologie aan te pas, die het mogelijk maakt om verbeteringen aan te brengen of om in een eerste fase te gaan meten hoe het werkelijk gesteld is.”

Jullie leggen de nadruk op een Open City of Things. Waarom open?
“Open wil zeggen dat je als stad of gemeente niet vastzit in een bepaald stramien of technologie, maar dat alles wat je gebruikt kosteloos kan samenwerken met andere hardware en software. Vlaanderen is een regio waar de steden zo dicht bij elkaar liggen dat men zich moeilijk kan permitteren om iets te doen in stad A dat niet zou kunnen praten met systemen in stad B. Of, als je een technologische innovatie creëert in stad A, zou het toch fantastisch zijn als je die kan voorstellen aan stad B en hen dat vlot laten overnemen. Met een Open City of Things willen we vooral de zogenaamde vendor lock-in vermijden, waarbij één leverancier te veel macht heeft over je smart city-projecten. Gelukkig liggen steden en gemeenten daarvan wakker en beseft iedereen dat men niet in die val mag trappen.”

Welke Europese stad is vandaag al het verst gevorderd?
“Als beste voorbeeld kijken we naar Kopenhagen omdat zij een langetermijnvisie hebben en die met veel focus blijven doorduwen. Kopenhagen wil nog altijd de eerste CO2-neutrale hoofdstad zijn en dat gaat hen wellicht lukken tegen hun deadline van 2025. Het zal lukken omdat ze een visie hebben durven formuleren, er blijven voor gaan en hun inwoners mee op de kar hebben gekregen. Meer dan 60% van alle werkende mensen gaat daar bijvoorbeeld met de fiets naar het werk en meer dan de helft moet daarvoor per dag meer dan 30 km afleggen. Ik bewonder hoe mensen zich daar achter het algemene doel zetten.”

Wat kan Kopenhagen dat anderen nog niet kunnen?
“Het stadsbestuur van Kopenhagen is visionair en is erin geslaagd om de mensen daarin te laten meegaan. Op dat vlak zijn zij een van de grote voorlopers. Zij hebben een keuze durven maken, hebben er iedereen enthousiast voor gekregen en grijpen er altijd naar terug. Niet alle andere steden slagen erin om duidelijke keuzes te maken en zich daarvoor op langere termijn ten volle te engageren.”

Kopenhagen

John Baekelmans van imec: “Het zal Kopenhagen wellicht lukken om tegen 2025 de eerste CO2-neutrale hoofdstad te zijn.”

Welke steden in Vlaanderen zouden hierover moeten nadenken?
“Alle steden en gemeenten zouden in principe een smart city moeten worden, want het doel ervan is om de leefbaarheid te verbeteren. Wie zou dat niet willen? Typisch kijken we in eerste instantie toch naar de centrumsteden omdat zij meestal met de grootste uitdagingen geconfronteerd worden. Zij zouden moeten beslissen welk belangrijk probleem ze willen oplossen en daar alles op inzetten. Vandaag zien we – en niet alleen in Vlaanderen – dat men hier toch nog vaak omheen danst en dus tijd verliest.”

Welke projecten zou men in Vlaanderen eerst moeten aanpakken?
“Dat moet elke stad of gemeente voor zichzelf beslissen, in overleg met hun inwoners. Op welk vlak wil het bestuur de leefbaarheid vooruit helpen en concreet aanpakken in samenwerking met kennisinstellingen, met bedrijven en vooral met de burger. Co-creatie met burgers is iets waarop we hameren. Het zorgt ervoor dat het draagvlak er is wanneer burgers hebben mogen meedenken. Zij hoeven niet per se de meest geschikte technologische oplossingen te vinden, maar je moet hen laten zeggen hoe ze het willen ervaren.”

Hoe vindt u een leverancier met nuttige ervaring ter zake?
“Hecht je leverancier veel belang aan co-creatie en samenwerking met verschillende partijen, dan ben je al halfweg. Heel veel leveranciers willen daarnaast hun eigen oplossing aanbieden, maar die is niet altijd open of ze laat niet toe om met gelijk welk ander systeem samen te werken. Wat wij willen doen met imec, is ervoor zorgen dat alles met alles kan samenwerken. We doen dat trouwens in opdracht van de Vlaamse overheid. Zo hebben we in Antwerpen bijvoorbeeld een Smart Zone waar we allerlei innovaties uittesten en ook door de inwoners laten valideren.”

Welke competenties moet u zelf hebben om dergelijke projecten onder controle te houden?
“Smart city-projecten zijn zeer complexe projecten met heel veel stakeholders die heel veel meningen hebben over wat de prioriteiten zijn en hoe men die wil behalen. Daarom heb je projectleiders nodig die door het bos de bomen blijven zien, die veel gezond verstand hebben en die de burger meenemen.”

Kan ook imec concreet helpen?
“We willen kennis verspreiden en blijven onze portaalsite vol best practices uitbreiden. Daar proberen we het heel gemakkelijk te maken voor alle Vlaamse steden en gemeenten opdat zij snel kunnen instappen. Kleinere steden en gemeenten hebben bijvoorbeeld niet altijd de specialisten in huis. Stel dat ze iets zouden willen doen met slimme verlichting, dan kunnen ze best practices bekijken op onze portaal. Ze zullen ook informatie vinden over wat ze nog kunnen doen, zoals bijvoorbeeld luchtkwaliteitssensoren mee aan de verlichtingspalen monteren. In een technische bijlage krijgen ze dan in begrijpelijke taal informatie over open standaarden, interoperabiliteit, modulariteit, enzovoort. Al onze aanbevelingen komen samen in een enkelvoudig technisch verhaal. Daarin proberen we de beste technologie mee te krijgen die er vandaag is. We maakten ook een blauwdruk die steden en gemeenten kunnen gebruiken om een basisleverancier te selecteren.”

Hoe kunt u dergelijke projecten betalen?
“Vele leveranciers bieden zogenaamde as-a-service modellen aan, waarbij je geen grote investeringen vooraf moet doen, maar een maandelijkse kost betaalt. Ook banken hebben interesse om de financiering zo eenvoudig mogelijk te maken en als operationele kost te laten opnemen. Voor sommige projecten is de rekening snel gemaakt, bijvoorbeeld als je met slimme verlichting energie kan besparen. Als de terugverdientijd interessant is, is je businesscase wel duidelijk. Bij andere projecten ligt dat minder voor de hand. Betere luchtkwaliteit is zo’n voorbeeld. Vele burgers vinden dit heel belangrijk, maar het terugverdieneffect is momenteel moeilijk te bepalen, daarover moeten dus politieke beslissingen genomen worden. Als bestuur kan je luchtkwaliteit nadien wel gebruiken om je mobiliteit te sturen. Je neemt dan beter geïnformeerde beslissingen en verdient dus onrechtstreeks een deel van je investering terug.”

Moet iedereen nu aan de slag of waait deze hype wel over?
“Omdat steeds meer mensen naar de stad trekken en vele landen deze concentratie stimuleren, moeten we de leefbaarheid wel slim aanpakken. Daarom is het goed dat de hype over smart cities voorbij is, overal ter wereld is men met te veel concrete projecten bezig, het is reëel. Ook voor kleinere steden en gemeenten zijn er intussen haalbare mogelijkheden, de smart city is niet meer exclusief voor grootsteden. Hier bij ons is er grote interesse, ook vanuit de Vlaamse overheid, wat redelijk uniek is in Europa. Samenwerken en leren uit de lessen van anderen staat centraal en wij werken daar graag aan mee.”

Bitnami